Lessen voor geestelijk leiders


Een geestelijk leider is een teamspeler

Een teamspeler of solist.
Het wordt vaak gezegd, het is voor leiders in een geestelijk werk soms erg eenzaam. Velen zijn voorzichtig met vriendschappen, buiten hun eigen vertrouwde kring en men zal zeker niet gauw eigen zwakheden toegeven aan de gemeente. Wat al helemaal gevaarlijk kan zijn, is als men behoefte heeft om problemen te delen met anderen. Met wie doe je dat dan? Je weet maar nooit wat anderen met die informatie doen en het kan ook tegen je gebruikt gaan worden. Men wil het liever allemaal zoveel mogelijk zelf uitzoeken. Het is wel begrijpelijk, maar toch zijn dit heel vaak leiders die zichzelf overschatten.

Jezus heeft namelijk nooit bedoeld dat geestelijk leiders in de gemeente, solisten zouden moeten zijn. Solistisch gedrag maakt dat we dingen te veel alleen willen doen, men vraagt liever niet om hulp. Maar daardoor trekken we wel teveel werk en verantwoordelijkheid naar ons toe. Het gevolg is vaak dat de mensen om je heen een afwachtende houding gaan innemen. Men komt zelf niet meer in beweging omdat dat kennelijk ook niet verwacht wordt. Maar dit is een patroon wat een leidinggevende door eigen gedrag heeft gecreëerd, alleen heeft men dat soms niet door.

We lezen of horen van grote leiders, die veel tot stand brachten voor de Heer en door veel mensen gerespecteerd worden. Maar we vergeten vaak dat ook zij niets tot stand konden brengen, zonder dat er mensen zijn die in hun roeping geloven en bereid zijn hen te steunen. Om daadwerkelijk iets te bereiken is er meer nodig dan een enkel initiatief van een individu, we hebben gewoon elkaar nodig.

In de Bijbel vinden we voorbeelden, waarin we zien dat God wil dat leiders teamspelers zijn.
- Jezus was een teamspeler.
Jezus begint Zijn bediening door direct een team om zich heen verzameld. Lees Lukas 6:12 en 13 'En het geschiedde in die dagen, dat Hij naar het gebergte ging om te bidden, en Hij bracht de nacht door in het gebed tot God. En toen het dag geworden was, riep Hij zijn discipelen tot Zich en koos er twaalf uit, die Hij ook apostelen noemde'. Waarom deed Hij dat, kon Hij het dan niet alleen. Hoe vreemd of het klinkt, nee kennelijk niet. Hij had dus ook mensen om zich heen nodig om Hem terzijde te staan, die Hij o.a. kon uitzenden om ook op andere plaatsen het evangelie wat Hij predikte te brengen.
- Geen alleen heersers.
Jezus heeft ook later nooit gewild dat de gemeente geleid zou worden door 'alleen heersers'. Integendeel, we zien ook later in het boek van Handelingen, dat de apostelen steeds in teamverband functioneerden. Lees o.a. Hand.15: 28 "Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht,… " (vs. 28).
- Handen te kort.
In Handelingen 6:1-6 lezen we hoe met het groter worden van de gemeente in Jeruzalem, er ook steeds meer een beroep gedaan werd op de gemeente, om praktische hulp voor de armen. Er waren geen voedselbanken, zoals tegenwoordig, maar de gemeente zorgde zelf dat de armen te eten hadden. In ieder geval, de apostelen waren er te druk mee en er ontstond een behoefte aan diakenen (= dienaren). Of anders gezegd, er waren 'handen' tekort voor het bedienen van de tafels. De apostelen konden het dus niet alleen en stelden de gemeente voor om diakenen aan te stellen: "Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen."
- Mozes moest teamspeler worden.
Toen het volk verlost was uit de slavernij van Egypte en de reis door de woestijn begon, stond hij er aanvankelijk wel alleen voor. Mensen kwamen van de ochtend tot de avond, met allerlei problemen en meningsverschillen aan zijn tent. Zijn schoonvader Jethro zag dat en gaf hem de raad om dit anders te doen. (Ex.18:21) "…onder het gehele volk omzien naar flinke, godvrezende, betrouwbare mannen, die winstbejag haten, en hen over hen aanstellen als oversten van duizend, oversten van honderd, oversten van vijftig en oversten van tien…".

Leiders die niemand naast zich dulden.
Daarom, ook nu kan het werk in de gemeente niet slecht door één persoon gedaan worden. Een geestelijk leider moet zich dus omringen met betrouwbare mensen, om te helpen en te adviseren. Leiders moeten daar in ieder geval voor openstaan. Het is zelfs zo, dat leiders die niemand naast zich dulden of kunnen verdragen, geven daarmee in feite aan ongeschikt te zijn voor het geestelijk leiderschap, want dit is niets anders dan hoogmoed.

En laten we eerlijk zijn, hoogmoed kan bij iedereen ongemerkt de kop opsteken, het zit als het ware in ons DNA. Zeg daarom nooit te snel van je zelf, helemaal niet hoogmoedig te zijn. Want meestal is het zo, dat degene die dat het hardste roepen juist moeten oppassen. Laat het liever zo zijn dat anderen van ons zeggen dat we nederig zijn.

Dat geldt ook voor geestelijke bedieningen, waardoor we menen meer te zeggen te hebben dan anderen. Wees altijd voorzichtig, het is beter als anderen van ons zeggen dat we een roeping of bediening hebben, dan dat we daar zelf mee te koop gaan lopen. Werkelijk geroepen dienaren van God hebben dat helemaal niet nodig, God zal hen Zelf bevestigen.

We zien nogal eens groepen van gelovigen met een leider die erg solistisch bezig is en die zichzelf onaantastbaar is gaan vinden. Kritiek wordt altijd afgewezen als duivels en negatief, men ziet zichzelf als de geroepene van God. Hoewel men soms wel de mond vol heeft over Bijbelse principes van delegeren en verantwoordelijkheden delen, duldt men in de praktijk toch niemand naast zich.

Anderen mogen wel meewerken, maar het gezag blijft bij de leider alleen. Zulke mensen zullen ook niet gemakkelijk een werk loslaten, maar het eerder als hun eigendom beschouwen. Mocht het toch nodig zijn, dan hebben ze moeite met een opvolger die de dingen wel eens totaal anders kan doen als zij. Feitelijk komt dit, omdat men niet direct aan het begin van de bediening begonnen is om anderen mee te nemen en het leiderschap met hen te delen. Men is vaak bang om gezag te verliezen, maar dit heeft niets met de heilige Geest te maken, maar veel eerder met de werken van het vlees.

Jezus nam anderen mee in Zijn bediening.
In de bediening van Jezus op aarde zien we het ook heel anders gaan. Jezus wist dat de tijd zou komen dat Hij ten hemel zou varen en dat Zijn werk door anderen zou moeten worden voortgezet. Daarom koos Hij direct aan het begin van Zijn bediening 12 medewerkers uit. Ze waren voortdurend in Zijn omgeving en zagen wat Hij deed. Hoe Hij o.a. de zieken genas en de bezetenen bevrijdde. Daarna zond hen uit om ook de boodschap van het koninkrijk te verkondigen en met zieken te bidden (Luc.9 en 10) en Hij liet ze zelfs toe om mensen te dopen (Joh.4:1). Hij schakelde ze in, omdat Hij wist dat ze het werk straks voort moesten zetten.

Dus een van de beste middelen tegen het gevaar van solistisch gedrag in geestelijk leiderschap, is direct anderen mee te nemen in de bediening en hen de ruimte te geven zich naast je te ontwikkelen.

Geroepen geestelijk leiders doen er dus goed aan om andere potentiële leiders mee te nemen in hun bediening en hen gaandeweg te onderwijzen, dus tijdens het werk praktijk onderwijs. Op deze manier zal er ook nooit gebrek zijn aan nieuwe potentiële leiders in de gemeente.

Zie 2 Tim. 2:2. "… en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten".

Ruimte geven aan anderen.
Natuurlijk stelt men zich dan ook kwetsbaar op. Je loopt als leider op die manier veel meer risico. Er is altijd een gevaar dat anderen zich te sterk gaan ontwikkelen in een werk en dingen van ons overnemen of zelfs beter doen.
Soms is dat pijnlijk, maar tegelijk moet elke leider beseffen dat het werk van God niet het eigendom van de leider is, zelfs al heeft hij aan de basis van het werk gestaan. God is degene die ons als leider moet blijven bevestigen en als Hij dat om welke reden dan ook niet doet, kunnen we beter stoppen en ruimte maken voor anderen, want anders is het gewoon mensen werk. Het gaat namelijk helemaal niet om ons, maar om de eer van Jezus en de Heer wordt het meest verheerlijkt als we op Hem gaan lijken. Jezus was bereid om zelfs de voeten van Zijn discipelen te wassen (Joh.13).

Paulus leert ons in Filip.2:3,4
"… doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, maar ieder (lette) ook op dat van anderen… ".

Daarom moet een Bijbelse gemeente niet geleid worden door één persoon, maar door een team van met de heilige Geest vervulde mensen? De leiding van een gemeente is in Gods ogen te belangrijk om haar in handen te geven van één persoon die alleen opereert en die nooit kan worden gecorrigeerd als het verkeerd gaat. Onderling verantwoording afleggen aan elkaar, helpt om steeds Gods stem en richting te blijven horen en niet, naarmate het succes groeit, ongemerkt steeds meer op eigen ervaring en inzicht te gaan steunen.

Diakenen en oudsten.
Een Bijbelse gemeente wordt geleid door een team van diakenen en oudsten. In Filip. 1:1, 2 lezen we bijvoorbeeld, dat Paulus en Timotheüs de Filippenzen brief stuurde aan het team van diakenen en oudsten wat de gemeente daar bestuurde:
'Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen…'

We zien hier dat er toen sprake was van twee soorten leiders, namelijk opzieners (ook wel oudsten genoemd) en diakenen. Het woord dat vertaald is met 'opzieners' wordt ook vertaald met voorgangers of leiders of herders (Efeziërs 4:11). Voorganger en herder zijn vanuit het Grieks feitelijk namen voor dezelfde bediening als die van oudste.

We lezen ook in 1 Petrus 5:1-4 over oudsten die geroepen zijn om leiding te geven, de kudde Gods te hoeden: "De oudsten onder u vermaan ik dan als medeoudste … hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde. En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven".

Het hart van een herder is het kenmerk is van de ware oudste. Het is iemand die de mensen in zijn hart draagt, met ze mee leeft en daardoor gemakkelijk benaderbaar is. De kudde Gods hoeden betekent leidinggeven in liefde, maar niet als heerschappij voerend. Leiders horen de gemeente zodanig te dienen dat zij in Gods bestemming komt. Dat betekent dat leiders niet over anderen als een koning mogen heersen. Maar ze zullen juist andere gelovigen moeten 'voorleven' wat nederigheid en dienen is. Dit betekent tevens dat een leider die zelf geen houding van nederigheid en dienen heeft, niet hoeft te verwachten dat de leden zich wel aan hem zullen onderwerpen.

Dominant of manipulerend leiderschap ontstaat wanneer leiders hun eigen belang laten gelden boven het belang van de mensen aan wie zij leiding geven. Geestelijk leiders moeten op de eerste plaats vol zijn van Gods Geest en zich door Hem laten leiden. Pas dan zijn ze in staat de gemeente te leiden.

In de gemeente zijn verschillende bedieningen.
Dit wordt wel de vijfvoudige bediening genoemd. Je zou ook van vijf verschillende roepingen kunnen spreken, die allemaal nodig zijn in het lichaam van Christus de gemeente, om de gemeente te helpen groeien in aantal maar nog meer in geestelijk diepgang.

Lees Efeze 4:11 en 12 "En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus".

Maar ook in dit geval zien we in de Bijbel, dat het niet Gods bedoeling is om alleen werken maar altijd in team verband. Het is Bijbels en geestelijk gezond, om samen te werken met de verschillende bedieningen die er zijn, zowel binnen als buiten de gemeente. Hier volgen een paar voorbeelden van bedieningen die elkaar aanvulden in het boek van Handelingen.
  • - In hoofdstuk 8 lezen we dat Filippus naar Samaria ging om het evangelie te verkondigen. Filippus had een roeping als evangelist (zie ook Hand. 21:8). Hij ging 'alleen' naar Samaria en God werkte krachtig door hem, wonderen en tekenen vonden plaats, demonen werden uitgedreven en velen kwamen tot geloof en lieten zich dopen. Lees Hand.8:12 "Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen". Maar daarmee was het werk in Samaria nog niet klaar. Luister wat er vervolgens gebeurt in Hand. 8:14 "Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het Woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de heilige Geest". Eerst was er sprake van de evangelist Filippus, maar daarna waren er twee apostelen, die als een team met hem samenwerkte, om de mensen in Samaria geestelijk verder te brengen.
  • - In Handelingen hoofdstuk 13 lezen we dat Paulus en Barnabas 'samen' werden uitgezonden vanuit de gemeente te Antiochië. De heilige Geest wees ze zelf aan, terwijl de gemeente aan het vasten en bidden was. Lees Hand. 13:2 "En terwijl zij vastten bij de dienst des Heren, zeide de heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan". Duidelijk is dat zij er niet 'individueel' op uitgestuurd werden, maar samen als een team.
  • - Later lezen we in Handelingen 15:37-41 dat er twee teams worden gevormd. Barnabas nam Johannes Markus mee, en samen gingen zij op pad. Paulus wilde Johannes Markus niet meenemen, dus hij koos Silas en ging samen met hem een andere kant op. Dus zowel Paulus, als Johannes gingen er niet alleen op uit. Elk had een medewerker bij zich. Ook hier zien we dat potentiële nieuwe leiders betrokken werden in de bediening.


Alleenheerschappij in de gemeente.
Wat een drama's vinden nog steeds plaats in de christelijke wereld. Omdat geestelijke leiders op de 'eerste plaats' willen staan, de grote geestelijke leider zijn, de 'gezalfde des Heren'. Wat zij zeggen en doen, is altijd juist geloven ze. Want hun mening, is Gods mening, althans dat denken ze. Iedereen die het anders ziet, is een vijand van God en van Zijn gemeente, vinden zij. Zo iemand moet zich bekeren, anders kan hij of zij vertrekken. Wee degene die de 'gezalfde des Heren' aanraakt.

Het is daarom erg belangrijk dat geestelijk leiders: hun houding toetsen. Voor geestelijke leiders dreigt het gevaar dat ze namelijk blind zijn voor hun eigen houding. Daarom is het belangrijk alert te zijn. Belangrijk dat we als leiders ons ook laten corrigeren. Alleen Jezus komt alle eer, glorie, lof en aanbidding toe en geen mensen.

Misschien wilt u alleen maar uw verhaal kwijt, of u bent op zoek naar Bijbels advies. Stuur ons anoniem een bericht, u krijgt altijd antwoord.

HH

Advies nodig? Mail ons gerust (zie contact), we gaan er discreet mee om en u krijgt altijd binnen twee dagen antwoord.